2019 Was het Rembrandtjaar, overal ter wereld werd op allerlei manieren herdacht dat de grootste schilder alle tijden 350 jaar geleden overleden is. Het grote slotstuk van alle tentoonstellingen en evenementen is de tentoonstelling over de Jonge Rembrandt in Museum de Lakenhal. Op zich logisch natuurlijk dat het jaar hier wordt afgesloten, want in Leiden zag Rembrandt het licht.
De tentoonstelling gaat zaterdag 2 november voor het publiek open, vandaag mocht de landelijke en internationale pers vast een kijkje nemen. Directrice Meta Knol heette iedereen welkom en was trots dat Leiden in het heropeningsjaar van het museum deze unieke tentoonstelling mag organiseren. Ze benadrukte dat Museum de Lakenhal een collectiemuseum is en geen museummachine. Rembrandt is voor ons geen handelsmerk, maar de grootste schilder ooit en dan ook nog eens in Leiden geboren.
Hij heeft hier leren schilderen, rondgelopen, naar school geweest en zijn eerste atelier gehad met zijn vriend en collega, schilder Jan Lievens. Het mooie van deze tentoonstelling is dat als je de deur uit stapt in een paar minuten tijd op de plekken kan lopen waar Rembrandt zijn jeugd heeft doorgebracht, zoals de Weddesteeg waar hij geboren is en de Latijnse School en de universiteit. Rembrandt moet van de herfst gehouden hebben, anders had hij nooit zo met kleuren gewerkt in zijn latere leven.
Een terecht trotse conservator Christiaan Vogelaar gaf een uitleg over de totstandkoming van deze tentoonstelling. Er zijn unieke werken die we van musea over de hele wereld hebben mogen lenen. Ook zitten er werken uit privé-collecties bij die vrijwel nooit tentoongesteld worden.
De tentoonstelling is in het nieuwe Van Steijngebouw, de vleugel die dankzij een miljoenengift van wijlen Carla van Steijn, gebouwd kon worden.
Bij de heropening van het Museum was de zaal nog licht en ruim ingericht.
Speciaal voor deze tentoonstelling is de zaal heringericht met een meer sfeervolle verlichting.
Bij binnenkomst hangt er een grote kaart van het vroegere Leyden, met daarop de plekken die voor Rembrandt in zijn jeugd belangrijk geweest zijn.
In de fotoslideshow onderaan staan bijna alle schilderijen, tekeningen en etsen, toch haal ik er een paar naar voren. Op de een of andere manier heb ik mijn leven lang al het schilderij De Brillenverkoper prachtig gevonden. Het is maar heel klein, maar op de een of andere manier heb ik er iets mee.
Wat ook erg mooi is, zijn de vele etsen en tekeningen die tussen de schilderijen hangen.
Veel schilderijen kent het publiek alleen van foto’s. Wat heel veel indruk maakt is het schilderij het Berouw van Judas. Dit schilderij is in particulier bezit en het is toch een raar idee dat iemand zo’n schilderij die miljoenen waard is bijvoorbeeld boven de open haard of boven de eettafel heeft hangen 🙂
Sommige schilderijen lijken wel foto’s, zo scherp en met zoveel details.
Je kijkt echt je ogen uit en soms voelt het onwerkelijk dat je deze schilderijen nu eens in het echt kan bekijken.
Heel veel aandacht was er natuurlijk voor het schilderij,’Laat de kindertjes tot mij komen’. Dit schilderij werd in 2014 door kunsthandelaar Jan Six gevonden op een veiling in Duitsland en ondertussen staat vrijwel zeker vast dat het een Rembrandt is uit 1628. Conservator Christiaan Vogelaar is trots dat de Lakenhal dit schilderij voor het eerst aan het publiek mag tonen.
Het schijnt dat Jan Lievens niet alleen kon schilderen, maar ook luit speelde. Tenminste hij staat zo op dit schilderij afgebeeld.
Het is echt aan te raden deze tentoonstelling te bezoeken, omdat veel van de werken na afloop weer terug gaan naar musea overal over de wereld en naar de particulieren die ze voor dit speciale jaar één keer beschikbaar hebben gesteld.
In de korte fotoslideshow een overzicht van vrijwel alle werken die op deze tentoonstelling hangen.
4 reacties
Mooie museum om te zien. Schilderijen zijn prachtig om te zien. Er zijn schilderijen indrukwekkend om te zien. Dan blijf je lang kijken ernaar.Groetjes,J&F.
Het moest niet zo’n eind weg zijn om even op en neer te gaan…. Maar ik hou het in gedachte.
Het zou zeker een goede reden zijn het vernieuwde museum te gaan bekijken.
Prachtig, hoor. Een waar kunstenaar die man. Daar mogen we (of jullie, haha) terecht trots op zijn.