Ik kan mij nog herinneren toen ik als vrijwilliger/bestuurslid in het buurthuis werkte, de term randgroepjongeren werd uitgevonden en te pas en te onpas werd gebruikt. Omdat wij ook nog wel eens moeilijke peuters op de peuterspeelzaal hadden werd al snel als geintje de term randgroeppeuters gebruikt. En trokken wij dat door naar randgroepbejaarden, schoonmoeders, werkgevers etc etc . Ik moest daar opeens aan terugdenken toen ik afgelopen week langs een speeltuintje in de buurt liep.
Dagelijks horen en lezen we over het gebruik van lachgas door jongeren. Ik sta er dan ook niet meer van te kijken als er op de parkeerplaats lachgasballonnetjes of capsules liggen.
Het viel mij eerst niet op maar omdat Happy, die ook wel van een geintje houdt, er bleef snuffelen viel mijn oog er op.
Ik stond toch even vreemd te kijken toen het hele speeltuintje vol met ballonnetjes lag, terwijl ik er nooit jongeren zie. In een flits ging het door mij heen, het zullen wel lachgaspeuters zijn.
Jammer genoeg geen foto’s van het hele speeltuintje gemaakt, maar het lag van voor tot achteren vol. Op zich boeit het me allemaal niet, alleen vraag ik mij af waarom ruim je het niet even op. Wij liepen ons vroeger als hippie het lazerus te zeulen met die waterpijpen en nu hoeven ze alleen maar een ballonnetje in hun zak te stoppen 🙂
Wat ik dan wel weer minder vind, is om een een beetje de draak te steken met het verlies van de Oranje Leeuwinnen.
Een dag na het verlies lag de parkeerplaats vol met oranje lachgas ballonnetjes, alsof ze die meiden hadden uitgelachen.
Wim Sonneveld had in de jaren 70 toch gelijk, of een vooruitziende blik toen hij zei, “de humor ligt op straat meneer”.
5 reacties